Afvallen met Dr. Edo Aarts

Onder het thema ‘25 dagen, 25 waarheden over afvallen’ deelt Dokter Edo iedere dag de feiten over afvallen – en ontkracht hij alle fabels. 25 dagen lang de beste tips om serieus en effectief af te vallen.

Wil je alle tips zien? En hierna nog afvaltips ontvangen van Dokter Edo en onze lifestyle coaches? Meld je nu aan!

Contactformulier

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Plaatselijk vet verliezen: waarom het niet werkt zoals je zou willen

Veel mensen die willen afvallen, hebben specifieke plekken op hun lichaam waar ze het liefst vet willen verliezen, zoals de buik, heupen of dijen. Tegelijkertijd willen ze vaak vet behouden op andere plekken, zoals de billen of borst. Dit idee, ook wel bekend als plaatselijk vetverlies, klinkt aantrekkelijk, maar zoals Dr. Edo Aarts in onze video uitlegt, werkt het simpelweg niet. Waar je vet verliest tijdens een afvaltraject, wordt bepaald door je genetica en hormonen, en daar heb je weinig controle over. In dit blog bespreken we waarom plaatselijk vet verliezen niet mogelijk is, hoe je DNA dit proces stuurt en wat je wél kunt doen om je lichaam in vorm te krijgen.

Wat is plaatselijk vetverlies?

Plaatselijk vetverlies is het idee dat je vet kunt verliezen op specifieke plekken door bijvoorbeeld gerichte oefeningen te doen, zoals buikspieroefeningen voor buikvet. Hoewel dit een veelvoorkomend idee is, ondersteunt wetenschappelijk onderzoek dit niet. Vetverlies gebeurt over je hele lichaam en je hebt geen invloed op de volgorde waarin je lichaam vet verbrandt.

Waarom kun je niet kiezen waar je vet verliest?

Je lichaam bepaalt zelf waar vet wordt opgeslagen en waar het als eerste wordt verbrand. Dit proces wordt gestuurd door verschillende factoren:

  1. Genetica: Je genen, geërfd van je ouders, bepalen hoe je lichaam vet opslaat en waar het vet als eerste wordt verbrand. Sommige mensen slaan meer vet op rond de buik, terwijl anderen juist meer vet hebben op hun heupen of dijen. Wanneer je afvalt, gebeurt dit volgens een vast patroon dat genetisch is bepaald.

  2. Hormonen: Hormonen spelen een belangrijke rol in vetopslag en -verbranding. Hoge niveaus van cortisol, het stresshormoon, kunnen bijvoorbeeld leiden tot meer vetopslag rond de buik, terwijl oestrogeen ervoor zorgt dat vrouwen vaker vet opslaan rond de heupen en dijen.

  3. Vetdistributie: Het type vet in je lichaam maakt ook uit. Subcutaan vet (direct onder de huid) en visceraal vet (rond je organen) worden anders verwerkt door je lichaam. Visceraal vet wordt vaak sneller verbrand dan subcutaan vet, wat kan verklaren waarom sommige mensen sneller buikvet verliezen.

Waarom je DNA bepaalt waar je vet verliest

Je DNA fungeert als een blauwdruk voor hoe je lichaam vet opslaat en verbrandt. Dit betekent dat je geen controle hebt over waar je vet verliest. Mensen die al eerder zijn afgevallen, weten vaak al waar ze als eerste en als laatste vet verliezen. Dit patroon blijft hetzelfde, ongeacht de methode die je gebruikt om gewicht te verliezen, zoals een dieet, lichaamsbeweging of medische ingrepen zoals een maagballon of medicatie.

De mythe van lokaal vet verbranden door oefeningen

Veel mensen denken dat ze door specifieke oefeningen, zoals crunches of squats, vet kunnen verbranden op een bepaalde plek. Hoewel deze oefeningen helpen bij het versterken en opbouwen van spieren in dat gebied, hebben ze geen directe invloed op de vetlaag erboven. Vetverlies gebeurt systemisch: je lichaam verbrandt vet van overal, afhankelijk van je calorietekort.

Bijvoorbeeld: als je buikspieroefeningen doet, versterk je de spieren in je buik, maar het vet dat eroverheen ligt, wordt pas verbrand als je een algeheel calorietekort creëert.

Wat kun je wél doen om vet te verliezen?

Hoewel je niet kunt bepalen waar je vet verliest, zijn er wel strategieën die je kunnen helpen om je algehele vetpercentage te verminderen en je lichaam te vormen:

  1. Creëer een calorietekort: Vetverlies gebeurt alleen als je meer calorieën verbrandt dan je consumeert. Dit kun je bereiken door een combinatie van gezond eten en lichaamsbeweging.

  2. Focus op krachttraining: Door krachttraining behoud en bouw je spiermassa op. Dit zorgt ervoor dat je lichaam strakker wordt, zelfs als je niet kunt kiezen waar je vet verliest.

  3. Verminder visceraal vet: Hoewel je subcutaan vet niet lokaal kunt verliezen, kun je visceraal vet verminderen door gezonde voeding en regelmatige beweging. Dit heeft niet alleen esthetische voordelen, maar verbetert ook je algehele gezondheid.

  4. Combineer cardio en krachttraining: Cardio helpt om calorieën te verbranden, terwijl krachttraining helpt om spieren te behouden en je metabolisme hoog te houden.

  5. Eet een gebalanceerd dieet: Zorg voor een dieet dat rijk is aan eiwitten, gezonde vetten en complexe koolhydraten, en beperk bewerkte voeding.

Waarom het belangrijk is om je verwachtingen te managen

Hoewel het aantrekkelijk klinkt om vetverlies te sturen naar specifieke plekken, is het belangrijk om realistische verwachtingen te hebben. Focus op het verminderen van je algehele vetpercentage en het versterken van je spieren om je lichaam in vorm te krijgen. Dit proces kost tijd en consistentie, maar levert op de lange termijn duurzame resultaten op.

Conclusie plaatselijk vet verliezen

Plaatselijk vet verliezen is een hardnekkige mythe die niet ondersteund wordt door wetenschap. Waar je lichaam vet opslaat en verbrandt, wordt bepaald door je genetica en hormonen. Door je te richten op algehele vetverbranding, krachttraining en een gezond dieet, kun je je lichaam verbeteren en je afvaldoelen bereiken.